Migreren naar nieuw agentbeheer

U kunt nu selecteren welk agentbeleid moet worden toegepast op de agent vóór de installatie. Op het punt van de installatie, zal de agent automatisch de inschrijvingssleutel en -beleid registreren.

U maakt niet langer een beleidsgroep waaraan u apparaten toewijst. In Agenten maakt u een agentbeleid, selecteert u doelapparaten en implementeert u ze. Alle bestaande beleidsgroepen (inclusief standaard agenten met/zonder RC) worden geconfigureerd naar een agentbeleid met dezelfde naam.
Beleidslijnen kunnen nu gemakkelijk worden toegewezen aan handmatig geïnstalleerde agenten, zonder dat u hiervoor dummy implementatiereferenties moet maken.

Detectie > Gedetecteerde apparaten verwijderd. De apparaten op de pagina Apparaten worden nu gebruikt om te selecteren welke apparaten of apparaatgroepen het agentbeleid moeten implementeren.
Aangepaste apparaatgroepen die zijn geconfigureerd door de beheerder, kunnen worden gebruikt als een bron van apparaten waarop agenten moeten worden geïmplementeerd.

Het uitvoeren van Passieve detectie kan nog steeds worden beperkt tot bepaalde agenten. Om dit te bereiken, schakelt u de capaciteit Passieve detectie in de geschikte agentbeleidslijnen in.

U hebt de keuze tussen twee nieuwe kant-en-klare beleidslijnen:

• Infrastructuurbeleid: agenten die dit beleid gebruiken, zijn bedoeld voor het ondersteunen van het beheer van Ivanti Neurons in uw netwerk. Het beleid kan niet worden hernoemd of verwijderd. Er kunnen extra capaciteiten worden toegevoegd of verwijderd.
  De volgende initiële capaciteiten zijn verplicht en kunnen niet worden verwijderd:
  • Implementatie
  • Connectors
  • Actieve detectie
  • Passieve detectie
  • Inventaris
  • Automatisering
• Standaardbeleid: dit is een basisbeleid om u aan de slag te helpen. Het beleid kan vrij worden bewerkt en werkt zoals elk beleid dat u zelf kunt maken. Elke capaciteit (inclusief deze die eerst zijn ingeschakeld) kan worden toegevoegd of verwijderd. Dit beleid kan worden hernoemd of verwijderd. Het volgende zijn de aavnankelijke capaciteiten:
  • Automatisering
  • Inventaris
  • Edge-intelligentie
  • Passieve detectie

Sommige capaciteiten zijn afhankelijk van de licentie.

U kunt nu elke willekeurige capaciteit combineren in hetzelfde beleid. Vroeger was het niet mogelijk om op hetzelfde apparaat capaciteiten voor Implementatie,Connector of Standaard agent te hebben omdat het ging over afzonderlijke beleidsgroepen. Beleidslijnen kunnen nu worden gemaakt met alle willekeurige beschikbare capaciteiten en worden toegewezen aan een agenteindpunt.
Bijvoorbeeld: een beleid kan nu Connectors, Patch, Inventaris en Detectie bevatten.

Inschrijvingssleutels worden gebruikt voor het registreren van agenten met een tenant en het downloaden van het relevante agentbeleid. Inschrijvingssleutels zijn nu blootgesteld aan de gebruikersinterface zodat u vervallen of verouderde sleutels kunt volgen en nieuwe kunt maken om ze te vervangen.

Alle bestaande actieve inschrijvingssleutels die zijn toegewezen aan een standaard agent (met/zonder RC) worden gemigreerd en weergegeven in Agenten > Inschrijvingssleutels.

De knop Deployment Representative-agent downloaden in Agentbeleid en Detectie is vervangen door Neurons-agent voor infrastructuurbeleid downloaden.

Het concept van een Implementatievertegenwoordiger wordt niet langer gebruikt. In het nieuwe Agentbeheer heeft een agentbeleid een sectie Capaciteiten met een nieuwe implementatiecapaciteit. Deze capaciteit moet worden geselecteerd in een agentbeleid en toegepast op een apparaat dat u wilt gebruiken voor implementatie. Voor het kant-en-klare beleid voor de Infrastructuuragent is de capaciteit Implementatie standaard ingeschakeld of kunt u een aangepast beleid maken en dit inschakelen.

Als u een bestaande beleidsgroep voor Implementatievertegenwoordiger hebt, wordt deze gemigreerd naar een agentbeleid met de naam: <policy group name> - Implementatievertegenwoordigers en weergegeven in Agenten > Agentbeleidslijnen. Controleer de details om te te bevestigen of de capaciteit Implementatie is ingeschakeld.

In Admin > Connectors > Connectorservers, downloadt de optie Server toevoegen > Downloaden de Neurons-agent en de inschrijvingssleutel voor het Infrastructuurbeleid. De connectorcapaciteit is standaard ingeschakeld voor het infrastructuurbeleid en is verplicht.

Om gebruik te maken van de lokale connectors, moet u een connectorserver downloaden en installeren. In nieuw Agentbeheer kunt u gewoon het nieuwe kant-en-klare Infrastructuurbeleid toepassen waarvoor de Connectorcapaciteit standaard is ingeschakeld. U kunt ook een aangepast beleid maken en het inschakelen.

Nieuw hoofdmenu-item met de volgende menuopties:

• Agentimplementatie
• Agentbeheer
• Agentbeleidslijnen
• Inschrijvingssleutels

De download van de Ivanti Neurons-agent is verplaatst van Admin > Agentbeheer

naar de nieuwe menuoptie Agenten > Agentimplementatie

is vervangen door de nieuwe menuoptie Agenten > Agentbeleidslijnen

• De volgende opties zijn verwijderd:
  • Startpagina Detectie
  • Optie Beleidsgroepen
  • Implementatievertegenwoordigers In het nieuwe Agentbeheer is een implementatievertegenwoordiger een apparaat waarop een Agentbeleid is geïnstalleerd en Implementatiecapaciteit is ingeschakeld.
  • Optie Gedetecteerde apparaten. De lijst van apparaten in Hoofdmenu > Apparaten wordt gebruikt om te selecteren op welke apparaten moet worden geïmplementeerd.

• De startpagina Beheer > Detectie is nu de pagina Detectiescans

• De optie Detectie-instellingen is opgesplitst in de volgende twee opties omdat ze agentbeleidscapaciteiten zijn die onafhankelijk kunnen worden ingeschakeld:
  • Optie Actieve detectie-instellingen
  • Optie Passieve detectie-instellingen

• De knop Deployment Representative-agent downloaden is vervangen door Neurons-agent voor infrastructuurbeleid downloaden.

Nieuw menu-item.

Bestaande beleidsgroepen worden geconverteerd naar agentbeleidslijnen. Het agentbeleid wordt gemaakt met dezelfde naam als de beleidsgroep.

Als u echter een beleidsgroep hebt waaraan een agent van de implementatievertegenwoordiger is toegewezen, wordt een extra agentbeleid gemaakt met de naam <policy group name> -Implementatievertegenwoordigers.

Bestaande actieve inschrijvingssleutels die worden gebruikt voor standaard beleidsgroepen (met/zonder RC), zullen worden gemigreerd, inclusief het aantal activeringen en de vervaldatum. Bij de migratie zal de inschrijvingssleutel worden toegewezen aan de naam van de inschrijvingssleutel, in de opmaak Automatisch gegenereerd, Automatisch gegenereerd 1, Automatisch gegenereerd 2 enz. Deze sleutels kunnen worden herroepen of gebruikt voor toekomstige mplementaties.

Aangepaste inschrijvingssleutels van de beleidsgroep worden gemigreerd, maar worden niet weergegeven in de lijst met inschrijvingssleutels of beschikbaar gemaakt voor gebruik met toekomstige implementaties. Dit is te wijten aan het feit dat ze automatisch werden gegenereerd op het ogenblik van de agentimplementatie en voor eenmalig gebruik zijn.

Inschrijvingssleutels kunnen worden gemaakt en beheerd met het nieuwe menu-item Agenten > Inschrijvingssleutels.

Om Ivanti Neurons te gebruiken voor implementatie, moet u een agentbeleid met ingeschakeld implementatiecapaciteit hebben. Elk apparaat dat het beleid heeft, kan vervolgens worden geselecteerd voor het implementeren van de agent op andere apparaten op uw netwerk via Agenten > Agentimplementatie > Agent implementeren via Neurons push-installatie.

De bronapparaten waarop een agentbeleid moet worden geïmplementeerd, vindt u in het Hoofdmenu > Apparaten. Hier stelt u alle apparaatgroepen in die u wilt gebruiken.