Ringimplementatie is een strategische methode die wordt gebruikt om updates of patches op een gecontroleerde en gefaseerde manier te implementeren. De patchimplementatie vindt sequentieel plaats, waarbij de implementatie eerst gebeurt op geselecteerde interne testapparaten. Afhankelijk van het slaagpercentage wordt de patch geimplementeerd naar andere ringen en de hele groep. Met deze aanpak worden de risico's geminimaliseerd door een vroegtijdige identificatie en aanpak van problemen, voordat de update een bredere groep apparaten beinvloedt. U kunt de patches op elk ogenblik pauzeren of terugdraaien als u een probleem vaststelt.
Deze methode zorgt voor een hogere kwaliteit, verbeterde gebruikerservaring en betrouwbaarheid van updates, terwijl de kans op wijdverspreide verstoringen wordt verminderd.
Patchconfiguratie tijdens routineonderhoud kan worden ingeschakeld voor ringimplementatie, met de opties voor handmatige en automatische promotie, samen met de mogelijkheid om een uitrol continu te volgen.
In dit onderwerp wordt beschreven hoe u apparaten aan ringen toewijst en hoe u de voortgang van een implementatie kunt volgen. Zie
Bekijk een gerelateerde video (5:29)
De pagina Ringimplementaties kunt u openen vanaf het hoofdmenu door Patchbeheer > Ringimplementaties te selecteren. De pagina bevat een tabel met ringimplementaties waarin de gekoppelde patchconfiguratie, de versie, het aantal ringen, de laatste update en de huidige status worden weergegeven. De ringimplementaties in de tabel kunnen worden gefilterd op basis van het aantal ringen, de datum van de laatste update en de huidige status. De volgende lijst biedt een beschrijving van de huidige weergegeven status:
Niet geconfigureerd: de patchconfiguratie is gemaakt zonder een bijbehorende ringimplementatieconfiguratie.
Wordt uitgevoerd: Een ringimplementatieconfiguratie heeft de satus Gepland of Wordt uitgevoerd. Beide statussen geven aan dat de configuratie van de ringimplementatie actief is.
Gepauzeerd: een patchpromotie voor de implementatie die gekoppeld is met de ringimplementatieconfiguratie, is gepauzeerd.
Gearchiveerd: de patchconfiguratie die is gekoppeld aan de configuratie van de ringimplementatie wordt gearchiveerd na de vereiste acties of stappen.
Verwijderd: de patchconfiguratie die gekoppeld is met de ringimplementatieconfiguratie, is verwijderd.
Bovenaan de tabel staan knoppen waarmee u automatische promoties kunt pauzeren en automatische promoties kunt hervatten voor de geselecteerde implementaties.
Om de apparaten in elke ring te configureren en de implementatie van patches tijdens een ingebruikname te bewaken, navigeert u naar Patchbeheer > Ringimplementatie en klikt u op de vereiste naam in de kolom Configuratie. De implementatiepagina voor de ring wordt weergegeven en bevat de volgende secties.
Bovenaan kunt u de implementatie waarin u geïnteresseerd bent, zoeken en selecteren. De implementaties worden weergegeven op basis van datum en status. De volgende lijst biedt een beschrijving van de weergegeven status:
Handmatig pauzeren en hervatten: als de gebruiker de patchpromotie handmatig pauzeert en binnen een paar dagen weer hervat, wordt de implementatie voortgezet waar deze was gebleven en wordt deze binnen de beoogde tijdlijn voltooid.
Onbepaalde pauze wanneer tijdslimiet is bereikt: als de gebruiker de implementatie voor onbepaalde tijd pauzeert en de beoogde voltooiingstijd verstrijkt, schakelt het systeem automatisch over naar de status 'voltooid'. Dit betekent dat de implementatie niet langer actief is, ondanks de pauze.
Ringimplementatie uitgeschakeld: wanneer een gebruiker de patchconfiguratie maakt, maar de ringimplementatieconfiguratie is uitgeschakeld.
Als een ringimplementatie voor onbepaalde tijd wordt gepauzeerd:
Implementaties die al zijn voltooid, gaan van een gepauzeerde status naar een voltooide status.
Implementaties die waren gepland om te beginnen, worden verplaatst naar de gepauzeerde status in plaats van de uitvoerende status.
Nieuwe geplande implementaties worden zoals gebruikelijk in de ringimplementatie geintegreerd.
In het gedeelte Configuratiesamenvatting vindt u informatie over elk van de ringen in de implementatie, inclusief Succespercentage, Soak-tijd, Vertragingstijd, voorziene begin- en einddatum/-tijd en of de Inhoud promoten voor elke ring Automatisch of Handmatig is.
Voor de implementatie bevat het overzicht details over Geïmplementeerd door en Patchconfiguratie.
Met de filters kunt u ervoor kiezen om alleen de apparaten of patches in de Test-, Early Adopter- of Productieringen weer te geven, of om alle ringen weer te geven die van toepassing zijn voor de implementatie. De geselecteerde filters worden weergegeven in de filterbalk. U kunt de filters wissen zoals nodig.
Met de schakelaar Patchstatus en Apparaatstatus kunt u de huidige status van de implementatie zien vanuit het perspectief van de patches die worden geimplementeerd of de apparaten waarop de patches worden geimplementeerd.
Standaard wordt de tabel weergegeven met filters Alle ringen in Apparaatstatus.
Door te schakelen tussen Patchstatus en Apparaatstatus schakelt u ook de tabel onder aan de pagina tussen het weergeven van informatie over elke patch en het weergeven van informatie over elk apparaat.
In de tabel wordt de lijst met apparaten weergegeven waarop de implementatie van toepassing is. U kunt de apparaten in de tabel selecteren en Geselecteerde apparaten verplaatsen om de apparaten tussen de ringen te wisselen. Met de zoekfunctie kunt u de apparaten in de lijst vinden. Gebruik om de vereiste kolommen in de tabel weer te geven.
De tabel met de apparaatstatus kan worden gefilterd op basis van de huidige ring van het apparaat, de tijdlijn van de implementatiestart en de huidige apparaatstatus. De volgende lijst biedt een beschrijving van de weergegeven status:
Met de tabel Patchstatus kunt u de voortgang van een implementatie weergeven. In de tabel worden alle patches in de huidige ring van de patch, het platform, het succespercentage, de huidige patchstatus enzovoort weergegeven.
U kunt ervoor kiezen om specifieke patches naar de volgende ring te promoveren door het selectievakje ernaast in te schakelen en vervolgens op Promoverente klikken. Voor meer informatie over een patch klikt u op het item in de kolom Patchnaam om de bijbehorende patchpagina in Patch Intelligencete openen. Klik op de waarde in de kolom Aantal CVE's om de patchpagina in Patch Intelligence te openen met tabblad CVE weergegeven.
Zie
Gebruik het filter Succespercentage om Alle patches, patches met een succespercentage boven de ring (patches die het ingestelde succespercentage overschrijden) of een succespercentage onder de ring (patches die onder de ingestelde succespercentage liggen) voor de implementatie weer te geven.
De volgende lijst biedt de status die wordt weergegeven voor de implementatie:
Wanneer u een set ringen maakt, zijn de ringen leeg. U kunt de apparaten in uw IT-bezit toewijzen aan drie afzonderlijke ringen:
U kunt ervoor kiezen om de Early Adopter-ring en Productie samen te voegen tot één ring als onderdeel van de patchconfiguratie.
Wanneer u een nieuwe ring toevoegt, is de ring leeg. Wanneer u de apparaten voor de eerste keer toewijst, staan de apparaten standaard in de productiering. Selecteer handmatig apparaten om over te schakelen naar andere ringen.
Normaal kunt u 1% van uw apparaten toevoegen aan de Testring, 9% aan de Early Adopter-ring en de resterende 90% aan de ring Productie. Als er nieuwe apparaten worden ontdekt, worden deze toegevoegd aan de ring Productie.
Ivanti adviseert om bedrijfskritieke apparaten en apparaten die zijn toegewezen aan senior medewerkers van de organisatie, toe te voegen aan de ring Productie. Apparaten in de Testring moeten beperkt blijven tot testapparaten en apparaten die zijn toegewezen aan mensen die weten dat ze apparaten in de Testring hebben en die graag bij deze fase van de implementatie willen worden betrokken.
Als u Automatisch onder Inhoud promoten in de patchconfiguratie selecteert (zie
Apparaten tussen ringen verplaatsen: