Koppelingen

Op dit tabblad kunt u de patchconfiguratie koppelen met een of meer agentbeleidsregels.De koppeling van de patchconfiguratie met een beleid definieert de eindpunten waarop de configuratie zal worden geïmplementeerd. Alle apparaten die een specifiek beleid gebruiken, zullen worden bepaald door de patchconfiguratie die u aan dat beleid koppelt..

Voor het agentbeleid moet de capaciteit Patch Management ingeschakeld zijn om de patchconfiguratie te gebruiken.

U kunt een patchconfiguratie koppelen met meerdere agentbeleidsgroepen.

Voorbeelden

  • U kunt een patchconfiguratie maken voor alle leveranciers en producten die worden gebruikt door de IT-ondersteuningsteams binnen uw organisatie. U kunt deze configuratie vervolgens koppelen met de agentbeleidslijnen die uw regionale teams dekken, zoals AMER IT Support, EMEA IT Support en APAC IT Support.
  • U kunt een patchconfiguratie maken voor patches die worden uitgegeven op een Patch Tuesday. U kunt deze configuratie vervolgens koppelen aan een testbeleidsgroep voor agenten die u wilt gebruiken voor het testen van de patchimplementaties. Als de implementaties gelukt zijn, kunt u de configuratie koppelen met uw primaire agentbeleidsgroep voor een bredere distributie.
  • U kunt één patchconfiguratie maken voor uw laptop en werkstations, en een afzonderlijke patchconfiguratie voor uw serverapparaten. U kunt vervolgens de juiste patchconfiguratie koppelen met de agentbeleid dat elk apparaattype beheert.
    met verschillende beleidsregels voor laptops, werkstations en servers

Voor het koppelen van de huidige patchconfiguratie met een of meer agentbeleidslijnen:

  1. Klik op Beleidslijnen selecteren.
  2. Kies de gewenste agentbeleidslijnen.
    Om u te helpen kiezen, wordt de volgende informatie opgegeven over de beschikbare beleidslijnen:
    • Beleid: de naam van het agentbeleid.
    • Eindpunten: toont het aantal eindpunten dat momenteel het agentbeleid gebruikt.
    • Huidige patchconfiguratie: toont de naam van de patchconfiguratie die momenteel is gekoppeld aan het agentbeleid.
  3. Klik op Bevestigen.
    Om de gekoppelde beleidsregels te verwijderen, klikt u op Koppelingen verwijderen.

De lijst van alle agentbeleidsgroepen die momenteel gekoppeld zijn met de patchconfiguratie, wordt weergegeven op de pagina Koppelingen.