Software Insights verbinden met Ivanti Neurons for ITSM

Voordat u een reclamatieticket (Incident) kunt registreren in Ivanti Neurons for ITSM vanaf de component Ivanti Neurons for Spend Intelligence (zie Software Insights), moet u de verbinding tussen Software Insights en Ivanti Neurons for ITSM configureren via de pagina Softwareconfiguratie.

Software Insights verbinden met Ivanti Neurons for ITSM:

  1. Maak in Ivanti Neurons een connector met uw Ivanti Neurons for ITSM-systeem.
    Zie Ivanti Neurons for ITSM-connector voor meer informatie.
  2. Klik op Configuratie > Ivanti Neurons for ITSM in de navigatiebalk van Spend Intelligence.
    De configuratiepagina van de Ivanti Neurons for ITSM verschijnt.
  3. Stel de schakelaar in op Ingeschakeld.
    De velden op de pagina worden bewerkbaar.
  4. Kies in de vervolgkeuzelijst Connector voor de Connectornaam die u hebt opgegeven bij het instellen van uw Service Manager (Ivanti Neurons for ITSM)-connector.
    Als uw Ivanti Neurons for ITSM-system on-premise is, rapporteert het alleen-lezen veld Agent-id de agent-id voor uw lokaal systeem. Als uw Ivanti Neurons for ITSM-systeem op de cloud is gebaseerd, is dit veld leeg.
  5. Voer in de resterende velden de waarden in die u wilt zien in de overeenkomende velden in het ITSM-incident, (zie hieronder). Verplichte velden zijn gemarkeerd met een rode *.

Sommige van deze velden in Ivanti Neurons for ITSM accepteren alleen bepaalde specifieke waarden en andere velden in uw ITSM -systeem kunnen verplicht zijn gemaakt. Zorg dat u alleen geldige waarden invoert in deze velden en geef waarden op voor alle verplichte velden op deze pagina of in Ivanti Neurons for ITSM. Raadpleeg uw ITSM-implementatie om deze waarden te bepalen.

  1. Klik op Opslaan.
    De configuratie is opgeslagen. Indien nodig kunt u Standaardinstellingen herstellen.

Variabelen gebruiken

U kunt variabelen gebruiken in {curly brackets} in de velden Overzicht en Beschrijving om waarden van Software Insight op te nemen in het ITSM-incident. De beschikbare variabelen zijn:

  • {Version}
  • {Edition}
  • {Product}
  • {Vendor}
  • {DeviceName}