App-distributiecatalogus
Gebruik de pagina App-distributie > App-catalogus om een overzicht weer te geven van geconfigureerde toepassingen en hun implementatiestatus.
Volg deze stappen om een app te maken en te distribueren. Selecteer koppelingen in de stappen voor meer details over die stap.
- Selecteer App-distributie > App-catalogus.
- Selecteer Toevoegen om het configureren van uw app te starten.
- Kies op het tabblad Overzicht voor Naamloos (x) bovenaan en geef uw distributie een naam. U kunt ook een meer gedetailleerde Beschrijving invoeren en opgeven of deze app een Installatie op aanvraag moet toestaan. U kunt installaties op aanvraag starten op de pagina Apparaten na het maken van een app-distributie. Zie Een app installeren vanaf de pagina Apparaten voor details.
- Gebruik de pakketactiebouwer op het tabblad Pakket om uw pakket te maken.
- Geef op het tabblad Distributie de doelen, de app-configuratie en het installatieschema op.
Extra informatie
Hier vindt u enkele aanvullende zaken die u moet weten over de hoofdpagina App-catalogus.
De kolom Implementatiestatus toont deze statussen:
- Compatibel: de app is geïnstalleerd of is gedetecteerd als eerder geïnstalleerd.
- In behandeling: de app wordt geïnstalleerd wanneer het apparaat de volgende keer incheckt (standaard elke vier uur), of de installatie is bezig.
- Niet compatibel: de installatie is mislukt.
Het selecteren van een implementatiestatusitem toont een gefilterde weergave die alle apparaten bevat in die status waarop de app is gericht.
Via het optiemenu ( ) aan de rechterzijde kunt u een app Bewerken, Hernoemen, Klonen, Inschakelen, Uitschakelen of Verwijderen.
Het klonen van een ap is nuttig voor het maken van gestandaardiseerde app-sjablonen en doet het volgende:
- Kopieert details van het tabblad Overzicht.
- Bevat alleen de laatste pakketversie.
- Schakelt alle distributies uit en verwijdert doelen van de standaarddistributie "Systeem - op aanvraag".
Wanneer u een app toevoegt of bewerkt, kunt u via het tabblad Overzicht de pakketnaam bewerken en een beschrijving invoeren voor de app. U kunt ook selecteren of de app een installatie op aanvraag moet toestaan.
Pakketten op aanvraag zijn beschikbaar op de pagina Apparaat voor installatie op het geselecteerde apparaat.Gebruik de actie Installeren op de detailpagina van een apparaat vanaf het paneel Acties. Zie Een app installeren vanaf de pagina Apparaten voor meer informatie.
Wanneer u een app toevoegt of bewerkt, gebruikt u het tabblad Pakket voor de actiebouwer om te configureren wanneer en hoe de app moet worden geïnstalleerd. Het tabblad Pakket houdt de pakketbewerkingen die u hebt opgeslagen, bij. Selecteer een versie en selecteer Versie bewerken om uw bewerkingen te baseren op die versie.
In het pakket actie-editor sleept u de gewenste actie en zet u deze neer in de volgorde waarin deze moet optreden. Selecteer een actie in de bouwstructuur om deze te configureren. De actiebouwer is flexibel en biedt u de mogelijkheid tot downloaden, uitvoeren en andere acties als uw app dat vereist.
Een app-distributie moet bestaan uit minstens één actie Downloaden en één actie Uitvoeren. Zie Acties en detectieregels app-distributiepakket voor meer informatie over de beschikbare acties.
De downloadactie kan bestanden downloaden vanaf een HTTP(S)-locatie die u opgeeft. Als u Azure Blob Storage of een Amazon S3 Bucket hebt, gebruikt u de cloudverkenner van de downloadactie om bestanden vanaf daar op te nemen.
Als u een Downloadactie configureert om cloudopslag te gebruiken, zorg er dan voor dat uw eindpunten verbinding kunnen maken met de opslaglocatie. Zie Vereiste URL's, IP-adressen en poorten voor meer informatie.
Eigenschappen van de pakketactie omvatten een optie Doorgaan bij fout die standaard wordt ingesteld op uitgeschakeld. Normaal stopt de pakketverwerking wanneer een actie mislukt. In zeldzame gevallen wilt u wellicht de pakketverwerking toestaan om door te gaan bij een fout. Na het inschakelen van deze optie worden evenutele aangetroffen fouten geregistreerd als waarschuwingen en gaat het uitvoeren van het pakket door zoals normaal. U kunt bijvoorbeeld een actie hebben die een oudere versie van een app verwijdert, maar het is mogelijk dat er geen oudere versie aanwezig is op alle apparaten.
Pakketversies
Wanneer u een pakket bewerkt in de app-catalogus, volgt het tabblad Pakket uw pakketrevisies. Wanneer u een pakketversie bewerkt, wordt een nieuwe versie gemaakt wanneer u deze opslaat. App-distributie zal de laatste pakketversie gebruiken voor implementatie wanneer het wordt uitgevoerd.
Als de installatie van een app mislukt, wordt dat nog twee keer opnieuw geprobeerd. Als u een nieuwe versie maakt, wordt deze teller gereset.
De pakketversie die werd geïnstalleerd op een apparaat, wordt weergegeven op de pagina Implementatiestatus.
Gebruik het tabblad Distributie om te identificeren op welke apparaten wordt gericht en hoe en wanneer de distributie zal optreden.
U wilt wellicht meerdere distributies toevoegen aan een app. U wilt mogelijk uw distributies faseren door het toevoegen van een distributie die aanvankelijk een eerste testgroep dekt en vervolgens extra distributies toe die de app later implementeert voor de rest van uw bedrijf. Of misschien wilt u een distributie die zich richt op initiële apparaten in week één, een distributie dit zich richt op extra apparaten in week twee enz.
Selecteer de knop Distributie toevoegen om een nieuwe distributie toe te voegen of selecteer een bestaande distributie om deze te bewerken. Wanneer u een nieuwe distributie toevoegt, geeft u uw distributie een unieke naam door de naam bovenaan te selecteren en deze te bewerken. U kunt uw wijzigingen niet opslaan tot u dit doet.
Elke distributie voor een app bevat:
- Een Ingeschakelde/Uitgeschakelde schakelaar. Het uitschakelen van een eerder ingeschakelde distributie wijzigt geen distributies die werden voltooid. Dit schakelt targeting alleen uit voor distributies die nog niet zijn voltooid. Het kan meerdere uren duren tot een verandering van de schakelaar wordt overgedragen naar agenten.
- Targets voor deze app.
- Het profiel App-configuratie dat u wilt gebruiken, bepaalt of eenmaal moet worden geïnstalleerd of als de installatie altijd is vereist.
- De Planning voor deze app.
U kunt targeting uitvoeren vanaf deze bronnen
- Apparaten
- Neurons-groepen
- LDAP-groepen van de apparaatinventaris of van de Active Directory-connector. Ivanti Neurons-groepen en LDAP-groepen worden eenmaal per dag omgezet. De groepsresolutie van de LDAP-connector is in realtime. Gebruik de kolom Bron wanneer u een LDAP-groep toevoegt om de groepsbron te identificeren.
- LDAP-groepen
Een distributie plannen
Alle distributies bevatten een planning. De standaardplanning is Nu uitvoeren, wat betekent dat die app zal worden geïnstalleerd wanneer de app-distributieagent wordt uitgevoerd op een gericht apparaat.
De app-distributieagent op apparaten controleert elke vier uur op pakketupdates. Naast dit agentcontrole-interval, wordt de cloud-targetingservice die distributiedoelen omzet, elke zes uur uitgevoerd. Het is deze combinatie van timing die bepaalt hoe snel een gericht apparaat zal reageren op wijzigingen aan de app-distributie.
Wanneer u eerst een distributie maakt, zal de targetingservice onmiddellijk targets omzetten. Dit gaat in de eerste plaats over latere herzieningen van een bestaande distributie die onderhevig zijn aan een groter mogelijk tijdsinterval, tot 10 uur.
U hebt ook een optie Starten na de geselecteerde datum en tijd. Met deze optie zal de distributie-agent van de app wachten en de app installeren na de opgegeven tijd. Het tijdstip kan Lokaal of UTC (gecoördineerde universele tijd) zijn.
- Wanneer Lokaal is geselecteerd, zal elk apparaat het pakket uitvoeren nadat de lokale tijd de geselecteerde datum en tijd heeft bereikt.
- Wanneer UTC is geselecteerd, zullen alle apparaten het pakket uitvoeren nadat de geselecteerde UTC-datum en -tijd.
Standaard distributies en distributieprioriteiten begrijpen
Er zijn twee standaard distributies die altijd zijn opgenomen en niet kunnen worden verwijderd.
- Systeem - uitgesloten apparaten: apparaten die deze app nooit zouden mogen installeren. Deze distributie is standaard leeg. Elke app heeft zijn eigen uitgesloten apparaatdistributie. Voeg apparaten toe die u hier wilt uitsluiten, zoals nodig. Als een apparaat in deze distributie en ook in andere distributies die u toevoegt voor deze app is, neemt deze distributie de prioriteit en wordt het apparaat niet gericht.
- System - installaties op aanvraag: wanneer een app wordt geïnstalleerd op een apparaat vanaf de weergave Apparaat, wordt het apparaat toegevoegd aan deze distributie. Dit is ingesteld op Eén keer installeren (in tegenstelling tot Altijd vereisen om te worden geïnstalleerd). U kunt apparaten ook handmatig toevoegen aan deze distributie. Als een toegevoegd apparaat beschikbaar is, wordt direct met de app-distributieagent contact opgenomen zodat de installatie onmiddellijk kan starten. Groepstargeting is niet toegestaan in deze distributie.
Op het tabblad Distributie, worden distributies gesorteerd op prioriteit. De prioriteit beïnvloedt naar welke distributie een apparaat wordt gericht als er meerdere distributies op zijn gericht. Als een apparaat verschijnt in meerdere distributies, worden de distributieopties van de hoogste prioriteit gebruikt, zoals de opties die bepalen wanneer de app zal worden geïnstalleerd.