Detectie

Houd ermee rekening dat er belangrijke wijzigingen komen in Ivanti Neurons Agentbeheer. Dit zal invloed hebben op uw Neurons Discovery-workflow. Zie Migreren naar nieuw agentbeheer voor meer informatie.

Ivanti Neurons for Discovery kan nauwkeurig en snel vaststellen welke apparaten zich op uw bedrijfsnetwerk bevinden. Met de detectiefuncties worden alle apparaten die online komen gedetecteerd, gegevens vastgelegd, genormaliseerd en verzonden naar het Ivanti Neurons-platform. De gebruikte technologie garandeert dat de detectie altijd aan is en altijd luistert zodat er geen apparaten ongedetecteerd blijven en dat er geen vertraging is in het ontvangen van de gegevens. Dit garandeert ook dat er geen schaalbaarheidsproblemen zijn, geen duplicaten en geen failover-problemen zijn, omdat het een slimme technologie gebruikt voor de zelforganisatie en om te kiezen welk apparaat zal luisteren en de gegevens zal terugsturen. Als het gekozen apparaat offline gaat, identificeert het zelf-organiserende proces een vervangend zelfverkiezend apparaat zodat de detectie ongestoord verloopt.

Voordelen

  • Snelle detectie van apparaten die verbonden zijn met uw bedrijfsnetwerk.
  • Flexibel beleidsbeheer.
  • Oneindige schaalbaarheid.
  • Analyseer en normaliseer om één accurate record van elke activa te produceren.

Aan de slag met Ivanti Neurons for Discovery

Volg deze stappen om aan de slag te gaan met Detectie.

Workflow:

  1. Richt een apparaat op uw netwerk, download en installeer de Deployment Representative-agent en het bestand Opties in dezelfde map. (Beheer > Discovery > startpagina)
  2. Schakel de detectiescans en -instellingen in en configureer ze om de detectie te starten (Beheer > Discovery > Discovery-scan en Discovery > Discovery-instellingen)
  3. De gegevens worden verzameld, genormaliseerd en afgestemd zodat een enkele eenvormige weergave van apparaatdetails (Apparaten) wordt geboden
  4. Agentbeleid maken, toewijzen aan en implementeren op apparaten (Beheer> Agentbeleid > Beleidsgroepen)

Detectiecomponenten:

  • Ivanti Neurons-agent: een uitvoerbaar bestand (IvantiCloudAgent.exe) voor het installeren van de Ivanti Neurons-agent. De installatie kan handmatig of automatisch gebeuren; geïmplementeerd door Neurons for Discovery of via een implementatiehulpprogramma van derden.
  • Optiebestand: een instellingsbestand (IvantiCloudAgent.exe.options) dat wordt gebruikt voor het configureren van de agent. Dit bestand verschilt, afhankelijk van het feit of u de Deployment Representative of de Standaardinstallatie uitvoert, en bepaalt welke motorcapaciteiten de agent zal hebben.

    Bestanden met de extensies .exe en .options moet worden opgeslagen in dezelfde map. Als er meer dan één uitvoerbaar of options-bestand is gedownload, worden ze opgeslagen met een numeriek achtervoegsel, bijv. (1), (2).

  • Implementatievertegenwoordiger: een apparaat warop de Deployment Representative-agent is geïnstalleerd.
  • Beleid Implementatievertegenwoordiger: de configuratie van het standaard agentbeleid van de implementatievertegenwoordiger.

Detectie installatiemethoden

De volgende agenten installeren de detectiecapaciteit. Voordat u detectie kunt gebruiken, moet u de Detectie-instellingen configureren.

  • Deployment Representative-agent
    Use case: u wilt alle apparaten op uw bedrijfsnetwerk detecteren en agenten automatisch implementeren op apparaten met Ivanti Neurons.
  • Standaard agent
    Use case: u hebt al een lijst van apparaten of u hebt ze geïmporteerd vanaf een connector en u wilt de agent handmatig installeren met een implementatiesysteem van derden, zoals Microsoft Configuratiebeheer.

Verwante onderwerpen

Detectiescans

Detectie-instellingen

Implementatievertegenwoordigers

Gedetecteerde apparaten

Agentbeleid

Referenties

Agentbeheer

Referenties